O, Heer mijn God, wanneer ik in verwondering
de wereld zie die U hebt voortgebracht
Het sterrenlicht, het rollen van donder,
heel dit heelal, dat vol is van uw kracht
Refrein
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!
Als ik bedenk, hoe Jezus zonder klagen
tot in de dood gegaan is als een Lam,
sta ik verbaasd, dat Hij mijn schuld wou dragen
en aan het kruis mijn zonde op zich nam
Als Christus komt met majesteit en luister,
brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn
Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen
en zingt mijn ziel: O Heer, hoe groot zijt Gij!
Hoe zal ik U ontvangen
1. Hoe zal ik U ontvangen,
wat wordt mijn eerste groet?
U, ieders hartsverlangen,
vervult ook mij met gloed!
O Jezus, licht der wereld,
verlicht mij, dat ik weet
waarmee ik U moet eren,
U waardig welkom heet.
2. Heel Sion strooit haar palmen
als vaandels voor uw voet.
En ik stem in met psalmen
waarmee ik U begroet.
Zo zal ik U ontvangen:
mijn lofzang is de twijg,
mijn zangen zijn het vaandel
dat zich in eerbied neigt.
3. Wat hebt U opgegeven
om mij nabij te zijn,
toen mijn armzalig leven
getekend was door pijn?
Zo veel was mij ontnomen
waarin ik vreugde vind,
maar toen bent U gekomen
en wist ik mij bemind.
4. Van boeien die mij bonden
ben ik door U bevrijd.
U redt mij ongeschonden
uit alle haat en nijd.
U houdt mij hoog in ere.
Daarbij valt in het niet
wat alle goud ter wereld
aan aardse rijkdom biedt.
5. Niets dreef U uit den hoge
naar wat wij mensen zijn,
dan liefde, louter liefde.
U ziet de schuld en pijn,
waarmee wij allen falen,
maar houdt die grote last,
de wereld met haar kwalen,
in uw erbarmen vast.
6. Schrijf, mensen, in uw harten
dit, als verdriet u kwelt,
uw tranen u verwarren
om moeiten ongeteld.
Houd moed, tot Hij zal komen,
Hij is met u begaan.
De trooster uit uw dromen,
zie Hem nu voor u staan!
7. Waarom u zorgen maken
met vragen, dag en nacht,
hoe u Hem zult ontvangen
met uw gebrek aan kracht?
Hij komt, Hij komt met liefde,
wil zo graag bij u zijn!
Want Hij weet van uw grieven,
en Hij stilt al uw pijn.
8. Ook hoeft geen mens te vrezen
die aan zijn zonden lijdt,
want Hij komt u genezen
met zijn genegenheid.
Uw trooster is nu nabij,
die uw vergeving is!
Met alle kinderen deelt Hij
zijn vaders erfenis.
9. Laat uw belagers brallen
met al hun haat en nijd.
De Heer verstrooit hen allen,
een oogwenk duurt die strijd.
Hij komt, Hij komt, uw koning,
en wie hem ook weerstaan,
bespotten en Hem honen,
niemand zal Hem verslaan.
10. Hij zal de wereld richten,
berecht wie Hem bevocht.
Genadig zal Hij lichten
voor wie Hem heeft gezocht.
Kom haastig, licht der wereld,
en leid ons allemaal
uw grote vreugde binnen,
uw feest, uw liefdesmaal.
Hoor de engelen zingen d’eer van de nieuwgeboren Heer!
Vreed’ op aarde, ‘t is vervuld: God verzoent der mensen schuld.
Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door,
zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem!
Avstå
Hoor de engelen zingen d’eer van de nieuwgeboren Heer!
Hij, die heerst op ‘s hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon,
wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt.
Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt,
tussen alle mensen in in het menselijk gezin.
Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft,
Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd,
al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf,
dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn.