‘k Moet de Heiland met mij hebben
1. ’k Moet de Heiland met mij hebben,
Want ik kan alleen niet gaan;
Maar met Hem meer dan verwinnaar
Durf ik ied’re storm weerstaan.
Refrein:
O, dan vreest mijn ziel geen kwaad,
Waar mijn weg ook henen gaat!
Ik wil volgen zonder vragen,
Waar mijn Meester gaat of staat.
2. ’k Moet de Heiland met mij hebben,
Dan is ied’re last mij licht.
’k Ken geen bange vrees of zorgen,
’k Wandel voor Zijn aangezicht.
3. ’k Moet de Heiland met mij hebben,
Daar, waar in der zonde machtv
Harten breken, slaven zuchtenv
En men op Zijn boodschap wacht.
4. ’k Moet de Heiland met mij hebben,
Als de vijand mij ontmoet
En ’k hem door het Bloed des kruises
Als „verwonnene” begroet.
Jezus zal heersen waar de zon,
gaat om de grote aarde om,
de maan zijn lichte banen trekt,
zover het verste land zich strekt.
Het lied in alle talen zal,
zijn liefde loven overal,
en uit de kindermond ontspringt,
de lofzang die zijn naam omringt.
Zijn rijk is volle zaligheid,
wie was gevangen wordt bevrijd,
wie moe was komt tot rust voorgoed,
wie arm was leeft in overvloed.
Laat loven al wat adem heeft,
de koning die ons alles geeft.
O aarde om dit nieuw begin,
stem met het lied der eng’len in.
Kom naar huis
Gij die van God zijt afgedwaald.
Ver van ‘t Vaderhuis.
O, weet de poort blijft open staan.
Kom, o kom naar huis.
Ref
Kom naar huis! Kom naar huis!
Zwerv’ling kom naar huis!
Een plaats is ook voor U bereid.
In het vaderhuis!
Want alzo lief had God deez’ aard.
Dat Hij zond Zijn Zoon.
Opdat een ieder die gelooft
Door Hem wordt gespaard.
Het leven hier is slechts een zucht,
in de eeuwigheid.
Als Jezus komt dan is ‘t te laat.
Kom! ‘t Is nu Uw tijd.