Dutch Hymn Q-Z


Werk, want de nacht zal komen
werk van de morgen aan
Laat niet in aardse dromen
’t ochtenduur vergaan
Tijd weet van slaap nocht rusten
zie ’t zonlicht op zijn baan
groepje mannenkoor en laat u niets gelusten
voor gij hebt gedaan


Werk, want de nacht zal dalen
en eer uw hart ’t vermoedt
werk door dan, ook bij ’t stralen
van de middaggloed
Uit al uw macht gedurig
volbracht, wat gij ook doet
Een geest getrouw en vurig
maakt uw arbeid zoet


Werk, want het rustuur nadert
zie, hoe het westen wacht
van gouden glans dooraderd
haast komt nu de nacht
Zo keert ons licht tot duister
wordt macht’loos onze kracht
Maar ’t werk houdt eeuwig luister
in de Heer volbracht

 



Wij prijzen U, God,
voor de komst van Uw Zoon,
Die de heerlijkheid opgaf voor smaadheid en hoon.


Refrain
Halleluja! U zij d’ ere,
Halleluja! Amen.
Halleluja! U zij d’ ere,
O, trek ons tot Hem!


Wij prijzen U, God,
voor het Lam ons geslacht,
Voor het offer op Golgotha’s heuvel gebracht.


Wij prijzen U, Heer,
voor ‘t ontdekkende Licht,
Dat het hart heeft geopend, Uw werk heeft verricht.

 


Wij staan aan een kribbe


Wij staan aan een kribbe, aanschouwen de bron.
De oorsprong der schepping, de rijzende zon:
dit leven zal stralen, door God Zelf bemind.
Wij groeten de toekomst, gevat in dit Kind.


Wij lezen Gods wezen in het Kind dat hier ligt.
De nacht geeft Zijn liefde een helder gezicht:
dit Kind, dat ontvlamt als een aarzelend vuur,
wordt licht en geleide in ons donkerste uur.


Hoe diep ook het duister waarin Hij verschijnt,
Zijn ster aan de hemel heeft alles omlijnd.
Hij is ons tot lichtbron in donkere nacht.
Het zonlicht van Pasen wint hier al aan kracht!