Dutch Hymn A-I


Groot is uw trouw, o Heer,
mijn God en Vader.
Er is geen schaduw van omkeer bij U.
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde
die Gij steeds waart,
dat bewijst Gij ook nu.


Refrein
Groot is uw trouw, o Heer,
groot is uw trouw, o Heer,
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.


Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,
en uw nabijheid, die sterkt en die leidt:
Kracht voor vandaag,
blijde hoop voor de toekomst.
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.

 

 


Heer ik hoor van rijke zegen


Heer, ik hoor van rijke zegen
Die Gij uitstort keer op keer,
Laat ook van die milde regen,
Dropp’len vallen op mij neer,
Ook op mij, ook op mij,
Dropp’len vallen ook op mij.


Heil’ge Geest wil niet voorbij gaan,
Gij geeft blinden d’ ogen weer.
Wil, o wil nu bij mij stilstaan,
Werk in mij met kracht, o Heer,
Ook in mij,ook in mij,
Werk ook door uw kracht in mij.


Liefde Gods zo rein en krachtig,
Bloed van Jezus, rijk en vrij.
Gods genade, sterk en machtig,
O verheerlijk U in mij.
Ook in mij, ook in mij,
O verheerlijk U in mij.

 



1.Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Wie is het, die hier binnen rijdt?
Begroet Hem, Heer der heerlijkheid
en Heiland vol barmhartigheid!
Hij geeft de wereld ‘t leven weer.
Juicht blijde, zingt uw God ter eer,
looft Hem, die sterk van daad
de deuren binnen gaat.


2.Rechtvaardigheid is zijn bestel,
zachtmoedigheid zijn metgezel.
Hij draagt een kroon van heiligheid,
een scepter van barmhartigheid.
Hij maakt ons vrij, de angst verdwijnt,
Juicht, nu die Heiland ons verschijnt;
door Hem geschiedt Gods raad,
zijn heerschappij bestaat!


3.Gezegend was het land, de stad,
waar deze Koning binnentrad.
Gezegend ‘t hart, dat openstaat
en Hem als Koning binnenlaat.
De Zonne der gerechtigheid
verblindde niet door majesteit;
maar wat in duister sliep,
ontwaakte, toen Hij riep.


4.Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Elk hart zij Hem ter woon bereid!
De palmen van uw eerbied spreidt
de weg langs, die uw Koning rijdt.
Hij komt tot u met troost en vree
en brengt u heil en liefde mee.
Geprezen zij de Heer,
Hij geeft u ‘t leven weer!