Dutch Hymn Q-Z


Staand’ op de beloften
van mijn Heer en God,
ga ik moedig voorwaarts onder hoon en spot.
Bergen zullen wank’len,
maar Gods woord houdt stand,
veil’ge gids naar ‘t hemels vaderland!


Refrein:
Glorie, glorie!
Nimmer kan het eeuwig woord
des Heren falen!
Glorie, glorie!
‘k Sta vast op de beloften van mijn God!


Staand’ op de beloften
van mijn Heer en God,
weet ik in zijn hand geborgen
gans mijn lot.
Glorie en aanbidding
zij mijn dierb’re Heer,
zijn beloften falen nimmermeer.


Staand’ op de beloften
van mijn Heer en God,
vind ik in zijn Woord
mijn hoogste zielsgenot.
Zijn beloften zijn, o welk een zaligheid,
ja en amen, tot in eeuwigheid!


Staand’ op de beloften
van mijn Heer en God,
onderhoud ik vast en moedig zijn gebod.
Rustend in mijn Jezus als mijn al in al,
vrees ik voor geen tegenspoed of val.

 



Stille nacht, Heilige nacht,
David’s zoon lang verwacht.
Die miljoenen eens zaligen zal,
Wordt geboren in Bethlehems stal.
Hij, der schepselen heer,
Hij, der schepselen heer.


Hulp’loos kind, Heilig kind,
Dat zo trouw zondaars mint.
Ook voor mij hebt G’U rijkdom ontzegd,
Werd G’in stro en in doeken gelegd.
Leer m’U danken daarvoor,
Leer m’U danken daarvoor.


Stille nacht, Heilige nacht,
Heil en vree wordt gebracht.
Aan een wereld, verloren in schuld,
God’s belofte wordt heerlijk vervuld.
Amen, Gode zij d’eer,
Amen, Gode zij d’eer.

 


T Is Geboren Het Godd Lijk Kind


Ref
‘t Is geboren, het godd’lijk kind
Komt herders, speelt op uw feestschalmeien
‘t is geboren, het godd’lijk kind
Dat ons allen zo teer bemint


Ik zie een engel die daar gezwind
Dalend over de groene weien
Ik zie een engel die daar gezwind
Bij hun schaapkens de herders vindt


Schrik niet herders, weest welgezind
Laat uw schaapkens in die valleien
Schrikt niet herders, weest welgezind
Daar gij eerst uw Verlosser vindt


In een stal ligt dat godd’lijk Kind
Op wat stro moet ‘t Zijn leden spreien
In een stal ligt dat godd’lijk Kind
Waar Zijn moeder ‘t in doekjes windt